Is uw organisatie voorbereid op een noodsituatie? Is biosecurity in de responsplannen opgenomen? Weet iedereen hoe te handelen bij een incident of calamiteit? Zijn de plannen met externe hulpverleningsdiensten afgestemd?

Responsplannen, crisisresponsplannen, calamiteitenplannen, bedrijfscontinuïteitsplannen; Het maakt niet uit hoe het in de organisatie heet, zolang een organisatie maar is voorbereid op noodsituaties. Na een incident of calamiteit moeten adequate maatregelen genomen worden om de schade te beperken en om zo snel mogelijk weer operationeel te zijn. In responsplannen staat per calamiteit beschreven welke maatregelen getroffen moeten worden. Biologische calamiteiten vallen hier ook onder. Ook nazorg voor getroffenen of medewerkers die bij de calamiteit betrokken zijn geweest hoort in de responsplannen. 

Voor een soepel verloop van de respons, is het belangrijk dat interne en externe hulpverleners op elkaar afgestemd zijn. Bij interne hulpverleners kan gedacht worden aan de beveiliging, de bedrijfshulpverlening (BHV), EHBO en eventueel bedrijfsbrandweer binnen een organisatie. Goede afspraken en coördinatie met externe hulpdiensten zijn van groot belang om de gevolgen van een incident of calamiteit te verminderen. Denk hierbij aan afspraken met politie, brandweer en milieudiensten uit de veiligheidsregio en (geneeskundig) adviseurs gevaarlijke stoffen (GAGS/GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst), AGS/Brandweer). Het regelmatig oefenen van noodsituaties en calamiteiten draagt bij aan een adequate respons op het moment dat het nodig is. Dit kan intern, maar ook met externe organisaties. Door oefeningen, incidenten en calamiteiten te rapporteren en te evalueren, kan een organisatie concrete vervolgacties formuleren en verbeteringen doorvoeren.